Zodra je getrouwd bent, krijg je direct de vraag: ‘En, wanneer komen die kinderen?! Op zich logisch in mijn geval, aangezien ik al zo ongeveer mijn hele leven verkondig dat ik dolgraag een baby wil. En de laatste paar jaar erbij vermeld dat ik eraan toe ben. Dat mijn eierstokken rammelen bij het knuffelen van de new born kroost van mijn vriendinnen.
Maar ik had lang De Ware niet. En toen ik die dan eindelijk vond, wilden we eerst nog samen op reis. Paste een kind niet in ons piepkleine huis. Moesten we misschien toch eerst maar trouwen, nu het financieel nog kon. Want zo’n bruiloft met alles erop en eraan krijg je met een kind niet zo snel meer bij elkaar gespaard.
En dus wachtten we. We gingen naar Australië, waar mijn liefste voor me op zijn knieën ging op de mooiste plek ter wereld. We verkochten na 3,5 jaar het huis, losten een enorme restschuld af, werden ingeloot voor een nieuwbouwhuis waarvoor we van alles moesten regelen, vonden een tijdelijke huurwoning… én we trouwden! Onze Grote Dag was mooier dan we ooit hadden gehoopt.
Tsja, en nu is het dan zover… We hebben het bloedserieus over kinderen. Ik, die een tijdje geleden nog riep dat ik niet meer wilde wachten en daar zelfs een traantje om liet, heb koudwatervrees. Nu het daadwerkelijk onze next big step is, nu niets ons meer in de weg staat, vind ik het spannend. Zeg maar gerust doodeng.
Want als je eenmaal zwanger bent, kun je niet meer terug. Allerlei vragen spoken door mijn hoofd. Ben ik er wel écht aan toe? Is ons leven nu niet gewoon veel te leuk? Wat staat ons te wachten als er straks een persoontje is dat boven álles komt te staan, ook boven onszelf? Wat vind ik van poepluiers en slaapgebrek? En wat dacht je van de zwangerschap: hoe ga ik dat doen met mijn emetofobie? Alleen al de gedachte dat de kans groot is dat ik regelmatig boven de pot zal hangen, maakt me bang én straalmisselijk. En dan heb ik het nog niet eens over de bevalling: kan ik dat wel? Mijn moeder zegt altijd: ‘Er is er nog nooit eentje blijven zitten, dus jou lukt het ook.’ Maar erg veel kracht put ik daar vooralsnog niet uit.
Ik weet zeker dat ik een kindje wil. Héél zeker. Ik ben gewoon een angsthaas, op veel vlakken overigens. Ik weet graag waar ik aan toe ben en wat er staat te gebeuren, maar dat kun je in het geval van kinderen gewoon niet voorspellen. Je kunt je er niet voor 100% op voorbereiden. Je wéét dat je leven gaat veranderen (mensen die zeggen dat het voorbij is, zijn af), maar je krijgt daar -meestal- ook iets heel moois voor terug. Ja, er zijn nadelen, maar heeft onze huidige levensstijl die niet ook? Komt er ooit een moment dat een kindje proberen te krijgen néet spannend is? ‘Nee’, is volgens mij het antwoord.
En dus zijn we eruit: we gaan ervoor. Op 1 januari 2016, als we vijf jaar bij elkaar zijn, gaat mijn pil de prullenbak in. Ik hoop dat het ons is gegund!